Deze oefening bestaat uit 3 opdrachten. Zorg dat u eerst de opdracht 1 uitvoert alvorens u naar de volgen de gaat.
Zorg dat iedereen pen en papier heeft en het vraagstuk te zien krijgt.
Opdracht 1: U krijgt x (bijvoorbeeld 5) minuten de tijd om tot een unaniem besluit te komen.
Het vraagstuk: Uw water is op en u krijgt erge dorst. Op uw tocht stuit u dan op een uitgedroogde waterbedding. 5 meter van de oever staat een boom. De grootste kans om water te vinden is om met uw pioniersschop:
- Op een aantal plaatsen in de bedding te gaan graven
- Bij de boom langs de oever te graven
- Aan de binnenzijde van de bocht te gaan graven
- Aan de buitenzijde van de bocht te gaan graven.
Opdracht 2: Teken de situatie. Dus zorg voor een rivier met een bocht, een boom, en geef aan welke stroomrichting u denkt dat er is geweest. Zet een kruis op de plek waar u wilt graven volgens de opties 1 t/m 4 of op basis van uw unaniem besluit.
Opdracht 3: laat elkaar de tekeningen zien en bekijk de overeenkomsten en verschillen. Ga na waarom deze zijn ontstaan en wat u zou kunnen verbeteren om de verschillen zo klein mogelijk te maken. Leg een link met uw dagelijkse praktijk rondom besluitvorming.