Kledingvoorschriften op kantoor

Het is hartje zomer, buiten schijnt volop de zon. Echt weer om lekker een terrasje te pakken of een ijsje te eten. Maar om dat ijsje te kunnen kopen, moet er eerst gewerkt worden natuurlijk. Maar dan…

Een werknemer komt in een korte broek het kantoor binnen en wordt door zijn leidinggevende aangesproken over de lengte van de broek. Niet dat we het hier over een hele korte broek hebben, het gaat om zo’n 5 cm boven de knie. En het is een nette spijkerbroek, dus daar valt niks over te zeggen. Waarom wordt de werknemer er dan toch op aangesproken? Het bedrijf krijgt vaak mensen van allochtone afkomst over de vloer. Sterker nog: het bedrijf is een belangenorganisatie voor deze doelgroep. In hoeverre mag je dan van je werknemers vragen om de kleding die zij dragen aan te passen? Hoe ver mag je hierin gaan?

Kledingvoorschriften moeten voldoen aan de toetsingscriteria van het College voor de Rechten van de mens. Zij bekijken dit volgens de richtlijnen waarin het doel van voorschriften, de veiligheid en het imago wordt meegenomen. Daarnaast wordt er gekeken of er geen andere maatregelen te nemen zijn om aan het doel te voldoen. Natuurlijk is er ook nog de menselijke maat. Daarom is het altijd wijs om met elkaar in gesprek te gaan over kleding, ethiek en verwachtingen.

In het geval van de werknemer waar we het eerder over hadden, ging het dus niet zozeer over het wel of niet dragen van een korte broek, maar over de lengte van de pijpen. Iedereen vond dat een korte broek moest kunnen, maar dan wel met pijpen tot onder de knie. Dat gold ook voor de rokken van de vrouwelijke werknemers.

Kledingvoorschriften zijn niet zomaar op te leggen, hoewel onderzoek laat zien dat vele werknemers ook behoefte hebben aan kledingvoorschriften. Of in ieder geval het uitspreken van verwachtingen. Er zijn tools beschikbaar om meer zicht te krijgen op deze voorschriften. Je kunt deze bij Merlijn opvragen.

Uiteraard zijn er een aantal basisregels:

• Kledingvoorschriften mogen de grondrechten van werknemers niet schaden
• Er moet een gerechtvaardigd belang zijn. Hierbij kun je denken aan veiligheidseisen.
• En er is geen verplichting, tenzij dit strikt noodzakelijk is.
• Kledingvoorschriften in het kader van veiligheid en gezondheid of in het kader van representativiteit vallen onder het instemmingsrecht art. 27 WOR.
• Kledingvoorschriften m.b.t aanstellingsbeleid vallen onder ook onder het instemmingsrecht art. 27 WOR, maar dan onder een ander lid.

Zeker wanneer er zomers weer aankomt, is het aan te raden om het onderwerp kledingvoorschriften te bespreken. Een tip: misschien kan zo’n gesprek best op het terras plaatsvinden. Of na afloop gezamenlijk een ijsje halen. Succes!